21 december 2022
Het is zaterdagochtend vroeg en ik kom aan op het station. Ik ga naar Amersfoort voor de transformatiepad training die ik volg. Als ik door het poortje van de controle ga, zie ik naast me een gebogen oudere vrouw met een wandelstok en een muts met een pompoen erop. Ze wordt begeleid geleid door een man van Valys met een geel hes aan. Hij houdt haar tas vast en het ontroert me om te zien hoe goed hij voor haar zorgt.
Ik loop het perron op en ben een kwartier te vroeg. Ik besluit te wachten en niet op mijn telefoon te kijken. Het is rustig op het station. Boven mijn hoofd in de balken van de overkapping zitten twee tortelduiven. Ze zijn niet bepaald zachtzinnig aan het ‘tortelen’. Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje om met haar te paren en ondertussen pikt hij haar alsmaar in haar nek. Daarna zijn ze voortdurend aan het kibbelen. Ze slaan elkaar met hun vleugels en pikken elkaar met hun snavels. Ik vraag me af waar de naam tortelduifje vandaan komt. Misschien van ‘torture’?
Ik kijk naar het perron aan de overkant en zie de oudere dame met de taxi chauffeur de Kiosk in lopen. Ze gaan vast schuilen voor de kou en de snijdende wind. Ik zie ze praten met de medewerker van de Kiosk en dan laat zij wat vallen. De man van Valys raapt het voor haar op. Hij draagt nog steeds haar tasje en het ontroert me weer dit menselijke gebaar van zorg en warmte.
Ik moet denken aan de tijd dat ik elke donderdag naar mijn moeder ging. Zij lag in een verzorgingstehuis in Apeldoorn en was invalide. We hebben heel wat keren daar gewandeld. Zij in de rolstoel en ik erachter. Op een dag was het ook heel koud. Het was dik onder nul en we wilden er toch op uit. Ik zorgde ervoor dat mam het niet koud kon krijgen en liet haar plaatsnemen in een dikke mummy slaapzak van dons. Op haar hoofd moest ze van mij een dikke muts aan. Mét pompoen. Zelf had ik er ook één op mijn hoofd. En daar gingen we de snijdende vrieskou in. Onderweg kwamen we een leuke kat tegen.
Ik sta nog steeds op het perron en mijn oog valt op een Afrikaanse familie. Ik zie een prachtige oudere vrouw helemaal in het wit gekleed, met een witte doek om haar hoofd en een witte sjaal om haar romp geslagen. Om haar heen rennen twee schattige kleine meisjes in roze jasjes met een zelfde soort witte sjaal om hun hoofd. Ze hollen om de benen van de volwassenen heen en hebben de grootste pret. Als ze elkaar te pakken hebben, vallen ze lachend in elkaars armen.
Iets verderop op het dak van de Kiosk zijn de tortelduiven elkaar nog steeds aan het slaan en pikken. Dan komt de trein het station in gereden. De deuren gaan open en ik stap in, achter een man aan met een muts met pompoen. En terwijl de trein wegrijdt, bedenk ik me dat het hele leven een transformatiepad is. Alles wat we meemaken vormt ons en verandert ons en brengt ons in het huidige moment. Alles gaat voorbij en tegelijkertijd gaat niets voorbij. We zijn verbonden en lijken meer op elkaar dan dat we van elkaar verschillen.
Ik wens je alvast hele mooie en liefdevolle dagen toe waar en met wie je ook bent!
Ans
P.S. Wat ontroert jou? En moet jij wel eens ergens wachten? Wat doe je dan? En wat heeft het afgelopen jaar jou gebracht?